Home

halveringstid

Halveringstijd, ook wel halveringstijd genoemd, is de tijd die nodig is voor een hoeveelheid om tot de helft te verminderen. In de context van radioactieve vervalprocessen is het de tijd die nodig is voordat de hoeveelheid resterende kernen tot de helft is gedaald. De hoeveelheid N(t) van onvervalste kernen volgt N(t) = N0 e^(-λ t), waarbij λ de vervaldrempelige of vervalconstante is. De halve tijd t1/2 voldoet aan N(t1/2) = N0/2, wat leidt tot t1/2 = ln(2)/λ ≈ 0,693/λ. De vervaldremant constante λ is een intrinsiek kenmerk van het specifieke isotoop en bepaalt de snelheid van het verval.

De halveringstijd is onafhankelijk van de initiële hoeveelheid en van omgevingsfactoren zoals temperatuur bij een geïsoleerd

Daarnaast bestaat er ook de biologische halveringstijd, de tijd die het lichaam nodig heeft om de concentratie

systeem;
deze
eigenschap
maakt
het
nuttig
voor
dateringen
en
berekeningen.
De
eenheid
is
seconden,
maar
lange
halveringstijden
kunnen
jaren
of
miljarden
jaren
bedragen.
Voorbeelden:
tritium
(3H)
heeft
circa
12,3
jaar;
koolstof-14
heeft
circa
5730
jaar;
uranium-238
heeft
circa
4,47
miljard
jaar;
polonium-210
vervalt
in
ongeveer
138
dagen.
van
een
stof
tot
de
helft
te
verminderen.
Deze
kan
verschillen
van
de
fysieke
halveringstijd
door
biologische
eliminatie,
distributie
en
metabolisme.
In
toepassingen
zoals
medische
beeldvorming,
dosimetrie
en
radiometrische
datering
wordt
vaak
rekening
gehouden
met
zowel
fysische
als
biologische
halveringstijden
om
een
effectieve
halveringstijd
te
bepalen.
Halveringstijden
zijn
cruciaal
voor
het
inschatten
van
leeftijden,
doseringen
en
kinetiek
van
stoffen.