Home

Halveringstijd

Halveringstijd is de tijd die nodig is om een hoeveelheid van een stof te halveren. In de context van radioactief verval is het de tijd waarin het aantal radioactieve kernen afneemt tot de helft van de beginwaarde. Bij biologische half-life gaat het om de tijd die een organisme nodig heeft om de helft van een ingenomen stof uit het lichaam te verwijderen, afhankelijk van opname en eliminatieprocessen.

Voor radioactief verval volgt de hoeveelheid N(t) = N0 (1/2)^(t/t1/2) = N0 e^{-λ t}, waarbij λ de vervalconstante is

Enkele voorbeelden: koolstof-14 heeft circa 5730 jaar als halveringstijd, uranium-238 ongeveer 4,5 miljard jaar, technetium-99m heeft

Naast het technische concept is halveringstijd een statistisch kenmerk van een populatie atoomkernen. Het geeft geen

en
t1/2
=
ln(2)/λ.
De
activiteit
A(t)
is
A(t)
=
λ
N(t)
en
geldt
ook
A(t)
=
A0
(1/2)^(t/t1/2).
De
waarde
van
de
halveringstijd
varieert
sterk
per
stof
en
omgeving,
van
fracties
van
seconden
tot
miljarden
jaren.
een
halveringstijd
van
circa
6
uur
en
jodium-131
circa
8
dagen.
Deze
verschillen
maken
halveringstijd
bruikbaar
voor
toepassingen
zoals
radiokoolstofdatering,
medische
beeldvorming
en
therapie,
en
voor
kernenergie
en
veiligheidsberekeningen.
exacte
tijd
voor
elk
afzonderlijk
kerns,
maar
beschrijft
de
probabilistische
afname
over
vele
kernen.