Home

glycosylatie

Glycosylatie is een biochemisch proces waarbij suikergroepen (glycanen) covalent worden bevestigd aan macromoleculen zoals eiwitten en lipiden. De belangrijkste vormen bij eukaryoten zijn N-glycosylatie en O-glycosylatie. Bij N-glycosylatie worden suikerresiduen gekoppeld aan een asparagine-residu in een eiwit, doorgaans volgens de consensus Asn-X-Ser/Thr, meestal tijdens de synthese in het endoplasmatisch reticulum. O-glycosylatie vindt plaats op serine- of threonine-residuen en gebeurt doorgaans in het Golgi-systeem. Naast eiwitten kunnen ook lipiden glycosyleren, wat leidt tot glycolipiden en GPI-ankerlipiden.

Het proces wordt gekatalyseerd door glycosyltransferasen, die suikergroepen leveren vanuit donor nucleotide-sugars zoals UDP-glucose of GDP-mannose.

Stoornissen in glycosylatie leiden tot congenital disorders of glycosylation (CDG), met symptomen zoals groeiachterstand, neurologische problemen

De
N-glycan-assemblage
begint
in
het
ER
op
dolichol-fosfaat
en
wordt
in
het
Golgi
verder
bewerkt
en
aangepast.
Glycosylatie
beïnvloedt
eiwitvouwing,
stabiliteit,
trafficking
en
interacties
met
andere
moleculen;
het
speelt
een
cruciale
rol
in
celherkenning,
signaaltransductie
en
immunologische
herkenning.
Doordat
glycans
vaak
op
het
celoppervlak
voorkomen,
vormen
ze
de
glycocalyx
en
beïnvloeden
ze
interacties
met
het
immuunsysteem
en
met
pathogen
factoren.
en
multi-orgaanfalen.
Veranderingen
in
glycosylatiepatronen
worden
ook
gezien
bij
sommige
kankers
en
infectiepathogenen.
Analytische
benaderingen
zoals
glycomics
en
glycoproteomics,
vaak
met
massaspectrometrie,
worden
gebruikt
om
glycanpatronen
te
bestuderen.
Glycosylatie
is
tevens
van
belang
bij
de
productie
van
biotechnologische
geneesmiddelen
en
diagnostiek.