Home

generalisatieproblemen

Generalisatieproblemen verwijzen naar problemen met de generalisatie van een model: het vermogen om wat is geleerd uit de trainingsdata ook correct toe te passen op ongeziene gegevens. Ze ontstaan wanneer een model goede prestaties levert op de trainingsset maar slecht generaliseert naar nieuwe data, waardoor de voorspellingen onbetrouwbaar worden.

Oorzaken zijn onder meer overfitting (het model past onnodige details van de trainingsdata aan), onderfitting (het

Gevolgen zijn onder meer lage nauwkeurigheid op onbekende data, slecht gekalibreerde probabilistische uitspraken, en een beperkte

Mitigatie omvat strategieën zoals een zorgvuldige train-test-splitsing en cross-validatie, regularisatie (L1/L2), modelsimplificatie, early stopping en data-augmentatie.

model
houdt
geen
relevante
patronen
vast),
data
leakage
(informatie
uit
de
testset
lekt
naar
training),
verspreidingsverschuiving
of
concept
drift
(de
verhouding
tussen
training-
en
toepassingsdata
verandert
in
de
tijd),
bias
in
de
sampling,
vertekening
door
klasse-imbalantie
en
ruis
of
beperkte
data
bij
hoge
dimensionaliteit.
robuustheid
van
het
model
bij
veranderingen
in
de
praktijk.
In
sommige
gevallen
kan
de
generalisatie
ook
leiden
tot
ongewenste
biases
of
unfairness.
Daarnaast
helpen
data-preprocessing,
feature
selectie,
en
dimensionaliteitsreductie.
Het
omgaan
met
distribution
shift
via
domain
adaptation,
covariate
shift-technieken
en
regelmatige
evaluatie
op
representatieve
heldere
metrieken
draagt
bij
aan
betere
generalisatie.
In
de
praktijk
hangen
keuzes
af
van
de
toepassing,
de
beschikbare
data
en
de
mate
van
acceptabele
foutmarges.