Home

galzouten

Galzouten zijn geconjugeerde vormen van galzuren die in de lever worden gevormd en in de gal worden uitgescheiden. Ze bestaan uit galzuren die zijn gekoppeld aan de aminozuren glycine of taurine. De meest voorkomende galzouten bij zoogdieren zijn glycocholate en taurocholate, naast hun onconjugateerde vormen.

Galzuren ontstaan in de lever uit cholesterol en bestaan primair uit cholic acid (CA) en chenodeoxycholic acid

Een belangrijk kenmerk van galzouten is de enterohepatische circulatie. Het merendeel van de galzouten wordt in

Clinical notes: Abnormale galzoutniveaus kunnen wijzen op lever- of galwegenstoornissen zoals cholestase. Veranderingen in de galzoutcompositie

(CDCA).
Deze
primaire
galzuren
worden
meestal
geconjugeerd
met
glycine
of
taurine,
waarna
ze
als
glyco-
of
taurogalzouten
in
de
gal
komen.
In
de
darm
kunnen
sommige
galzouten
door
micro-organismen
worden
omgezet
tot
secundaire
galzuren
zoals
deoxycholate
en
lithocholate.
Tijdens
de
vertering
fungeren
galzouten
als
emulgatoren
die
vetten
in
micellen
verdelen
en
zo
de
vetopname
vergemakkeligen.
de
ileum
geresorbeerd
en
teruggevoerd
naar
de
lever
via
de
poortader,
waardoor
een
circulaire
pool
ontstaat
die
de
galzoutenreductie
en
de
synthese
van
nieuwe
galzuren
reguleert.
Receptoren
zoals
FXR
spelen
een
rol
in
de
feedbackregeling
van
de
galzoutproductie
en
-compositie.
kunnen
bijdragen
aan
galsteenvorming.
Ziekten
van
het
ileum
of
het
gebruik
van
antibiotica
kunnen
de
enterohepatische
circulatie
verstoren,
met
gevolgen
voor
vetopname
en
vochtbalans.
Galzouten
vormen
daardoor
een
belangrijk
diagnostisch
en
functioneel
аспект
van
de
spijsvertering
en
levergezondheid.