frequentieverdelingen

Frequentieverdeling is een overzicht van een dataset dat laat zien hoe vaak bepaalde waarden of klassen voorkomen. Het kan met absolute frequenties werken (aantal waarnemingen per waarde of per klasse) en met relatieve frequenties (verhoudingen van het totaal, vaak uitgedrukt als procenten). Een frequentieverdeling kan ongestructureerd zijn bij discrete data of gegroepeerd bij continue data, waar de waarden in klassen worden ingedeeld (bijvoorbeeld 10-19, 20-29, enzovoort).

Bij een ongegroepeerde verdeling geef je per unieke waarde de absolute frequentie, bij een gegroepeerde verdeling per klasse. Voor continue data is de klassebreedte belangrijk en worden vaak de klassemidpunten gebruikt bij berekeningen zoals het schatten van het gemiddelde of de spreiding. Relatieve frequenties maken vergelijking tussen datasets mogelijk, omdat ze normaliseren op het totaal aantal waarnemingen. Cumulatieve frequenties tonen de opbouw van de telling tot en met elke waarde of klasse en leiden tot de cumulatieve relativiteit.

Constructie van een frequentieverdeling omvat: het verzamelen van data, kiezen of de data discrete of continue is, bepalen van klassegrenzen en klassebreedte voor gegroepeerde verdelingen, het tellen van waarnemingen per klasse, en het berekenen van relatieve en cumulatieve frequenties. Grafische weergaven zoals histogrammen en ogieven ondersteunen de interpretatie.

Toepassingen omvatten het herkennen van de vorm van de verdeling (symmetrie, scheefheid), de centrale tendentie en de spreiding, het identificeren van uitschieters en het vergemakkelijken van vergelijkingen tussen datasets. Frequentieverdelingen vormen een fundamenteel hulpmiddel bij exploratieve data-analyse en bij het schatten van kansverdelingen.