Home

duister

Duister is een Nederlands bijvoeglijk naamwoord dat oorspronkelijk 'niet verlicht' of 'donker' betekent. Het verwijst naar weinig of geen zichtbare verlichting, zoals in een duistere kamer of een duister steegje. Daarnaast wordt het in figuurlijke zin gebruikt om iets geheimzinnigs, onbekends of onheilspellends aan te duiden, bijvoorbeeld in uitdrukkingen als 'duistere plannen' of 'duister verleden'. Het woord kan de sfeer van een situatie versterken en staat vaak dichter bij literaire of journalistieke stijl dan bij strikt neutraal taalgebruik, afhankelijk van de context.

Etymologie: Duister komt uit het Oudnederlands en is verwant aan de woordfamilie rond duisternis. Samen drukken

Gebruik en varianten: Duister functioneert zowel predicatief als attributief in zinsbouw. In predicatieve zinsnede blijft het

Betekenisnuances: In dagelijkse taal verwijst 'duister' meestal naar een gebrek aan licht of naar een sombere

Zie ook: donker, somber, geheimzinnig, onheilspellend, duisternis.

ze
het
begrip
uit
van
gebrek
aan
licht
of
helderheid.
De
betekenis
heeft
zich
door
de
eeuwen
heen
gehandhaafd
en
verbreed
van
puur
fysiek
licht
naar
metaforische
connotaties
zoals
mysterie
of
morele
onduidelijkheid.
vaak
onveranderd
('het
is
duister'),
terwijl
het
attributief
verbroken
kan
worden
tot
vormen
als
'duistere
kamer',
'duistere
plannen'
of
'duistere
ogen',
afhankelijk
van
tDe
enkelvoud/meervoud
en
geslacht
van
het
zelfstandig
naamwoord.
stemming.
In
literatuur
en
media
kan
het
ook
insistender
wijzen
op
geheimzinnigheid,
moralische
ambiguïteit
of
dreiging,
vergelijkbaar
met
termen
als
'donker',
'somber'
of
'onheilspellend'.