drukdaling

Drukdaling is het verschil tussen de druk op twee punten langs een stromingskanaal, zoals een pijp, wanneer een vloeistof of gas van punt 1 naar punt 2 stroomt. Het wordt doorgaans uitgedrukt als ΔP = P1 − P2 en geeft aan hoeveel druk er verloren gaat door weerstand tegen de stroming.

Oorzaken van drukdaling zijn onder meer wrijving langs de wanden van de stromingsweg (door viscositeit en turbulente wrijving), obstructies en beperkingen zoals filters en kleppen, veranderingen in dwarsdoorsnede (verkleiningen of expansies), bochten en andere inerties (fittings) en hoogte- of hydraulische drukverschillen. Daarnaast dragen ook lokale verliezen bij elkaar bij tot de totale drukdaling.

Meet- en rekentechnieken: drukdaling wordt gemeten met drukmeters op twee punten in het systeem. Eenheden zijn onder andere pascal (Pa), kilopascal (kPa) en bar. In engineering worden modellen gebruikt zoals de Darcy-Weisbach-vergelijking ΔP = f (L/D) (ρ v^2 / 2) voor wrijvingsverliezen, waarbij f de frictiefactor is, L de lengte, D de diameter, ρ de dichtheid en v de stromingssnelheid. Voor verlies door lokale onderdelen geldt ΔP = Σ K (ρ v^2 / 2), waarbij K de som is van de lokale verliescoëfficiënten. In berekeningen wordt vaak v = Q/A gebruikt, en wordt rekening gehouden met het regime (laminar of turbulent) via ρ, μ en relevante koefficiënten.

Invloed en toepassingen: drukdaling bepaalt de benodigde pomp- of ventilatordruk en beïnvloedt stromingssnelheden, energieverbruik en prestaties van systemen zoals drinkwaternetten, HVAC-installaties, en brandstof- of pneumatische leidingen. Een ongewenste hoge drukdaling kan leiden tot onvoldoende stroming of inefficiëntie.