Home

coderingstheorie

Coderingstheorie is een tak van de informatietheorie die zich bezighoudt met het ontwerpen van encodeer- en decodeerschema's om foutieve informatieoverdracht via storende communicatiekanalen te voorkomen. De theorie onderscheidt doorgaans twee doelen: broncodering, het efficiënter maken van informatie door compressie, en kanaalcodering, het toevoegen van redundantie om fouten tijdens verzending of opslag te detecteren en te corrigeren.

Historisch gezien bouwt coderingstheorie voort op het begrip van foutloze communicatie onder ruis. Belangrijke mijlpalen zijn

Toepassingen van coderingstheorie zijn wijdverspreid: foutencorrectie in binaire communicatie, opslagmedia (CD/DVD, harde schijven), QR-codes en digitale

de
ontwikkeling
van
foutencorrectiecodes
zoals
de
Hamming-code,
die
fouten
in
één
positie
kunnen
detecteren
en
corrigeren,
en
de
stelling
van
Shannon,
die
aantoont
dat
er
codes
bestaan
die
fouten
kunnen
verhelpen
zolang
de
coderingsratio
onder
de
kanaalcapaciteit
blijft.
Vroege
methoden
zijn
lineaire
blokcodes
en
convolutionele
codes;
modern
onderzoek
omvat
cyclische
codes
(bijv.
BCH),
Reed-Solomon-codes
en
decoderingstechnieken
zoals
iterative
decoding
voor
LDPC-
en
Turbo-codes.
televisie,
netwerken
en
draadloze
systemen.
Het
veld
blijft
zich
ontwikkelen
door
nieuwe
codes
en
decoderingstechnieken
die
dichter
bij
de
theoretische
capaciteit
komen.