Home

categorietheorie

Categorietheorie is een tak van de wiskunde die de relaties tussen objecten onderzoekt via morfismen, oftewel pijlen. Een categorie C bestaat uit een verzameling objecten Ob(C) en voor elk paar objecten X,Y een verzameling morfismen Hom_C(X,Y). Er is een samenstellingsoperatie die morfismen f: X→Y en g: Y→Z tot g∘f: X→Z maakt, en voor elk object X een identiteitsmorfisme id_X: X→X. Deze structuur voldoet aan associativiteits- en identiteitswetten.

Belangrijke concepten zijn onder andere functors en natuurlijke transformaties. Een functor F: C → D stuurt objecten

Constructies zoals limits en colimits generaliseren meets zoals producten en pullbacks, coproducten en pushouts. Adjuncties brengen

Veel gebruikte voorbeelden zijn de categorie Set van verzamelingen en functies, Grp van groepen, Top van topologische

Historisch: Categorietheorie ontstond in de jaren 1940–1950 met Eilenberg en Mac Lane en is uitgegroeid tot

en
morfismen
op
een
wijze
die
identiteiten
en
samenstellingen
behoudt.
Een
natuurlijke
transformatie
α:
F
⇒
G
bestaat
uit
voor
elk
object
X
een
morfisme
α_X:
F(X)
→
G(X)
met
naturaliteitsvoorwaarden.
paren
van
functors
F
⊣
G
met
eenheid
en
counit
met
zich
mee.
De
Yoneda-lemma
toont
dat
een
object
volledig
kan
worden
begrepen
via
de
hom-sets
Hom_C(-,
X).
ruimten
en
Ab
van
abelse
(abelian)
groepen.
In
verschillende
contexten
bestaan
categorieën
zoals
abelse
categorieën,
topoi,
en
monoidiale
of
verrijkte
categorieën.
een
centrale
taal
in
de
wiskunde.
Toepassingen
omvatten
algebra,
topologie,
logica
en
informatica,
waar
categorieën
dienen
als
een
universele
taal
voor
structuur,
coherentie
en
opbouw
van
wiskundige
definities.