Home

cachegeheugen

Cachegeheugen is een snel geheugen in computersystemen dat zich tussen de processor en het hoofdgeheugen bevindt. Het doel is de gemiddelde toegangstijd te verlagen door veelgebruikte gegevens en instructies tijdelijk lokaal op te slaan, zodat de CPU deze sneller kan benaderen dan uit het hoofdgeheugen.

Cache wordt doorgaans in meerdere niveaus aangetroffen. L1-cache is het snelst en kleinst, vaak opgesplitst in

Schrijf- en coherentiebeleid bepalen hoe gewijzigde gegevens worden verwerkt. Veelvoorkomend zijn write-through en write-back. In multikerningsystemen

Typische afmetingen variëren sterk per generatie en Architectuur. Moderne CPUs hebben meestal een L1-cache van enkele

een
instructie-
en
een
datacache.
L2-cache
is
groter
en
trager,
en
L3-cache
is
nog
groter
en
kan
gedeeld
zijn
tussen
meerdere
kernen.
Cachegeheugen
bestaat
uit
cachelijnen
(blokken
data)
met
een
bijbehorende
tag
die
aangeeft
welke
gegevens
uit
het
hoofdgeheugen
zijn
gerepresenteerd.
Bij
een
data-aanvraag
wordt
eerst
naar
een
hit
in
de
cache
gezocht;
bij
een
miss
wordt
de
benodigde
data
uit
het
hoofdgeheugen
opgehaald
en
in
de
cache
geplaatst
volgens
een
vervangingsbeleid
zoals
LRU.
zorgen
coherentieprotocollen
(zoals
MESI)
ervoor
dat
caches
consistent
blijven
wanneer
cores
gegevens
uitwisselen
of
publiceren
in
de
cache.
tot
tientallen
kilobytes
per
kern,
een
L2-cache
van
honderden
kilobytes
tot
enkele
megabytes,
en
een
gedeelde
L3-cache
die
meerdere
megabytes
kan
omvatten.
Cachegeheugen
speelt
een
cruciale
rol
in
de
prestaties
van
de
geheugenhiërarchie
en
wordt
beïnvloed
door
programmawerking,
toegangspatronen
en
systeemarchitectuur.