Home

buigspanningen

Buigspanningen zijn de normaalspanningen die in een balk of plaat ontstaan wanneer deze onder invloed van een buigend moment buigt. Door het buigen ontstaat compressie aan de ene kant van de dwarsdoorsnede en rek aan de andere kant. De spanning is niet gelijk over de hoogte van de sectie; ze varieert van nul op de neutrale as tot een maximum op de buitenste vezels.

De klassieke beschrijving wordt gegeven door de buigwet van Euler-Bernoulli. De longitudinale spanning in een fiber

Interpretatie en ontwerp: bij een gegeven dwarsdoorsnede bepaalt de vorm en doorsnede het I-waarde en daarmee

op
een
afstand
y
van
de
neutrale
as
is
sigma
=
M·y/I,
waarbij
M
het
buigend
moment
along
de
lengte
is,
I
het
tweede
moment
van
oppervlakte
van
de
dwarsdoorsnede,
en
I
een
maat
voor
de
stijfheid
van
de
sectie.
De
neutrale
as
is
de
lijn
in
de
dwarsdoorsnede
waar
de
longitudinale
spanning
nul
is.
Het
maximale
spanningsniveau
treft
zich
op
y
=
±c,
met
c
de
afstand
van
de
neutrale
as
tot
de
buitenrand;
sigma_max
=
M·c/I.
de
buigspanning
voor
een
bepaald
buigend
moment.
Om
buigspanningen
te
beperken
kun
je
de
dwarsdoorsnede
vergroten,
de
vorm
optimaliseren
zodat
I
toeneemt,
of
materialen
met
hogere
trek-
of
compressietrekken
gebruiken.
Buigspanningen
kunnen
ook
samen
voorkomen
met
axiale
spanningen,
in
welk
geval
de
totaalspanning
wordt
berekend
via
superpositie:
sigma_tot
=
sigma_bending
+
sigma_axial.
Bij
wisselende
belastingen
en
trillingen
spelen
ook
ontwerpfactoren
voor
vermoeidheid
een
rol.