Home

bouwden

Bouwden is de verleden tijd van het Nederlandse werkwoord bouwen. Het wordt gebruikt bij meervoudige onderwerpen, zoals wij, jullie en zij, om aan te geven dat men in het verleden iets heeft gebouwd. De enkelvoudige tegenhanger is bouwde (ik bouwde, jij bouwde, hij/zij/het bouwde).

Verklaring van de vormen: in de tegenwoordige tijd is de stam bouw- met verschillende uitgangen, maar in

Verloop met andere tijden: het voltooid deelwoord van bouwen is gebouwd, en dit wordt gebruikt met hulpwerkwoorden

Syntactische eigenschappen: bouwden functioneert uitsluitend als werkwoordsvorm en kent geen zelfstandige betekenis buiten de context van

Zie ook: bouwen, vervoegingen van werkwoorden in het Nederlands, grammatica van verleden tijd.

de
verleden
tijd
verandert
de
vorm
in
bouwden
voor
wij,
jullie
en
zij.
Voorbeelden:
wij
bouwden
een
brug;
jullie
bouwden
een
huis;
zij
bouwden
een
school.
De
enkelvoudige
verleden
tijdsgroep
ziet
bouwde:
ik
bouwde,
jij
bouwde,
hij
bouwde.
om
voltooide
tijden
te
vormen,
meestal
met
hebben:
ze
hebben
een
huis
gebouwd.
Bij
sommige
werkwoorden
is
er
een
combinatie
met
zijn,
maar
bouwen
valt
doorgaans
onder
hebben
in
voltooide
tijden.
bouwen.
Het
is
een
standaard
vervoeging
in
het
Nederlands
en
maakt
deel
uit
van
de
onvoltooid
verleden
tijd
(simple
past)
van
bouwen
voor
meervoudige
onderwerpen.