binnendiameter

De binnendiameter is de diameter van de binnenopening van een holle cilindrische of buisvormige structuur, gemeten over de opening en loodrecht op de wand. Het begrip wordt veelvuldig gebruikt bij pijpen, buizen, vaten en andere holle onderdelen en wordt vaak aangeduid met de afkorting ID (inner diameter).

De binnendiameter staat in relatie tot de buitendiameter (OD) en de wanddikte. Bij een materiaal met een uniforme wanddikte t geldt bijvoorbeeld ID = OD − 2t. In praktijk kan de ID variëren door vervaardigingsnuances, flenzen, doppen of andere verbindingen. In veel toepassingen is de ID cruciaal voor het bepalen van het debiet en de stromingsweerstand.

In de systemen voor pijp- en buismaatvoering geldt vaak een nominale maat (zoals DN of NB) die niet gelijk is aan de exacte binnendiameter. De werkelijk beschikbare ID hangt af van de exacte wanddikte, toleranties en de gekozen standaard. Metingen kunnen plaatsvinden met boorgauges, digitale schuifmaten, binnenkalibreers of ultrasone systemen, afhankelijk van de gewenste nauwkeurigheid en de lengte van de opening.

Eenheden voor binnendiameter zijn doorgaans millimeters of inches. De ID is van belang bij stromingsberekeningen (Q = v × A, waarbij A = π(ID/2)²), passingen en afdichtingen, en bij temperatuurs- en drukverschillen die de dimensionele eigenschappen kunnen beïnvloeden.

Samengevat is de binnendiameter een centrale maat voor de doorsnede van de binnenruimte van een hol object en bepaalt mede de functionaliteit in hydraulische, pneumatische en mechanische systemen.