Home

Werkwoordspartikels

Werkwoordspartikels are kleine woorden die samen met een werkwoord een betekenisveranderende combinatie vormen, vaak met een prepositie of bijwoord zoals op, af, uit, mee, terug, door, over, naast. In het Nederlands geven deze partikels extra nuance aan het werkwoord en kunnen ze de betekenis van de samengestelde werkwoordgroep veranderen. Ze zijn essentieel voor de woordopbouw en de zinsplaatsing.

Er worden twee hoofdsoorten onderscheiden: scheidbare (separable) en on-scheidbare (inseparable) werkwoordspartikels. Bij scheidbare partikels kan het

Bij on-scheidbare partikels blijft de particle verbonden aan het werkwoord; de combinatie vormt een vaste eenheid

Sommige werkwoorden kunnen in bepaalde contexten zowel scheidbaar als on-scheidbaar gebuikt worden, met veranderingen in betekenis.

particle
apart
van
het
werkwoord
komen
te
staan
in
hoofdzin
met
finite
werkwoord.
Bijvoorbeeld
een
werkwoord
met
een
separabel
particle
kan
in
de
tegenwoordige
tijd
uit
elkaar
staan,
en
in
voltooide
tijd
sluit
het
particle
vaak
aan
bij
het
participium.
Een
veelgebruikte
scheidbare
combinatie
is
bellen
op:
Ik
bel
je
op.
Ik
heb
je
opgebeld.
Een
ander
voorbeeld
is
uitgaan:
We
gaan
vanavond
uit.
We
zijn
uitgegaan.
en
kan
niet
gescheiden
worden
in
de
hoofdzin.
Deze
verstrekken
vaak
een
idiomatische
of
specifieke
betekenis
die
niet
afgeleid
kan
worden
uit
het
losse
werkwoord
en
het
particle.
In
de
grammatica
en
taalpraktijk
vereist
correct
gebruik
aandacht
voor
de
precieze
combinatie
en
de
positie
van
het
particle
in
verschillende
zinsneden.