Home

Uitstrijk

Uitstrijk, in medische context ook wel uitstrijkje genoemd, is een specimen dat door materiaal dun op een glasplaat te spreiden wordt verkregen zodat het onder een microscoop kan worden onderzocht. Het doel is cellen, micro-organismen of andere kenmerken zichtbaar te maken voor diagnose of screening. Uitstrijkjes worden in verschillende klinische contexten gebruikt, bijvoorbeeld bloeduitstrijkjes, cervixuitstrijkjes (Pap-uitstrijkje) voor cervicale screening, sputum-, urine- en huiduitstrijkjes.

Tijdens het maken van een uitstrijk wordt het materiaal op de glasplaat aangebracht, gefixeerd en gekleurd

Toepassingen omvatten cervicale screening op afwijkingen aan de cervix, detectie van long- en bloedinfecties (zoals tuberculose

Historisch is het cervixuitstrijkje vooral bekend geworden door de Pap-test, ontwikkeld door Georgios Papanicolaou in de

met
standaardkleuringen,
zoals
Pap-kleuring
of
Romanowsky-varianten
(bijv.
May-Grünwald-Giemsa).
Afhankelijk
van
het
doel
onderzoekt
een
cytoloog
of
mikrobioloog
celmorfologie,
kerndikte
en
cytoplasma,
of
de
aanwezigheid
van
micro-organismen.
Uitstrijkkenmerken
helpen
bij
het
stellen
van
een
diagnose
of
bij
het
bepalen
van
verdere
onderzoeken.
of
malaria
via
specifieke
stains),
hematologische
evaluatie
via
bloeduitstrijkjes,
en
identificatie
van
urine-
of
huidpathologie.
Interpretatie
vereist
expertise
en
kwaliteitscontrole;
de
diagnostische
waarde
kan
beperkt
zijn
door
samplingfouten
en
interpretatievariatie.
jaren
twintig
en
veertig
van
de
vorige
eeuw
en
daarna
wereldwijd
ingevoerd
als
routinematige
screening.
Uitstrijktechnieken
bestaan
al
langer
en
blijven
een
fundamenteel
hulpmiddel
in
klinische
diagnostiek.