Home

Uitlokking

Uitlokking, in het Nederlands strafrecht, is het opzettelijk aanzetten of lokken van een derde om een strafbaar feit te plegen door middel van prikkelende of verleidende middelen. Het doel is de ander zo te beïnvloeden dat hij alsnog tot handelen overgaat. Uitlokking onderscheidt zich van aansporing en medeplichtigheid: aansporing betreft meestal iemand die al geneigd is het misdrijf te plegen; uitlokking richt zich op iemand die door de prikkel nog niet de stap naar het feit heeft gezet. Medeplichtigheid gaat om hulp of ondersteuning bij het plegen van het misdrijf zonder de hoofddaad zelf te leveren.

Vormen van uitlokking kunnen bestaan uit financiële beloningen, druk, misleiding, of het creëren van omstandigheden die

Juridisch kader en gevolgen: in de Nederlandse wetgeving kan uitlokking strafbaar zijn en wordt het beoordeeld

Zie ook: aansporing tot het plegen van een misdrijf; medeplichtigheid.

het
plegen
van
het
misdrijf
makkelijker
maken.
Het
elementaire
bewijs
is
een
causaal
verband
tussen
de
uitlokking
en
het
feit,
en
de
bewuste
inzet
van
de
uitlokker
om
de
ander
ertoe
aan
te
zetten
tot
het
plegen
van
het
misdrijf.
aan
de
hand
van
de
omstandigheden
en
de
ernst
van
het
misdrijf.
De
uitlokker
kan
voor
het
gepleegde
misdrijf
aansprakelijk
worden
gesteld,
en
de
straf
kan
afhankelijk
van
het
misdrijf
deels
overeenkomen
met
de
straf
op
het
hoofddelict
of
als
aparte
straf
worden
opgelegd.
De
precieze
regels
en
straffen
zijn
vastgelegd
in
het
Strafrecht
en
kunnen
per
geval
verschillen.