Transmissieprotocollen
Transmissieprotocollen bepalen hoe data van een zender naar een ontvanger wordt verzonden over netwerken. Ze regelen onder meer verbindingen, segmentering van data, foutdetectie en herstel, en hoe zendingen worden beheerd in termen van betrouwbaarheid en snelheid. In de gebruikelijke TCP/IP-architectuur bevinden ze zich op de transportlaag, tussen de netwerklaag (IP) en de toepassingslaag.
De belangrijkste indeling is verbindingsgeoriënteerde protocollen versus verbindingsloze protocollen. Verbindingsgeoriënteerde protocollen, zoals TCP, leveren betrouwbare, in
Beveiliging wordt doorgaans gerealiseerd bovenop de transportlaag. Encryptie zoals TLS laat gegevens versleuteld door over een
Standards en ontwikkeling: TCP en UDP zijn vastgelegd in RFC’s (bijv. RFC 793 voor TCP, RFC 768