Softstartfuncties

Softstartfuncties zijn controlefuncties die de opstart van een apparaat, meestal een motor of vermogenselektronica, geleidelijk laten verlopen om inrush-stroom en de belasting van de aandrijving te beperken. Door een gecontroleerde opstart kunnen spanningspieken worden geminimaliseerd en mechanische belasting, trillingen en slijtage verminderd.

Het doel van softstartfuncties is het bieden van een soepele acceleratie en een stabiele werking terwijl de gewenste prestaties behouden blijven. Ze verlagen de belasting op stroomvoorziening en beveiligingen en dragen bij aan een langere levensduur van motoren en aandrijvingen. Toepassingen komen voor in HVAC-systemen, pompen, ventilatoren en andere systemen met motoren of vermogenelektronica waar een gecontroleerde opstart gewenst is.

Typische rampprofielen omvatten lineaire ramps, exponentiële ramps en S-curve ramps. Bij de ontwerpkeuze spelen parameters een rol zoals de begin- en eindwaarde van spanning of torque, de duur van de opstart, eventuele maximale snelheid of trekkrachten en eventuele drempels of veiligheidslimieten. Soms wordt ook rekening gehouden met externe randvoorwaarden zoals netspanning, temperatuur en belasting.

Implementaties zijn mogelijk hardwarematig via softstartercircuits met thyristoren of IGBT’s, of via software in vermogenselektronica zoals PWM-regelingen op een frequentieregelaar of in veld-gerichte aandrijving. Softwarematige rampen kunnen ook worden gecombineerd met sensorfeedback om de acceleratie aan de werkelijke belasting aan te passen.

Voordelen van softstartfuncties zijn onder meer minder inrush-stroom, minder spanningsdip, minder slijtage aan motoren en aandrijvingen, en een soepeler opstartgedrag. Nadelen zijn toegenomen systeemcomplexiteit, hogere kosten en in sommige gevallen langere opstarttijden.