Home

Praktiseren

Praktiseren is een werkwoord in het Nederlands dat betekent: in de praktijk uitoefenen van een beroep of vak; het toepassen van theoretische kennis en methoden in concrete situaties. Het legt de nadruk op wat iemand daadwerkelijk doet als beoefenaar, in tegenstelling tot louter leren of oefenen. In vakgebieden als geneeskunde, recht en adviesverlening verwijst praktiseren naar het actief uitvoeren van de professionele werkzaamheden, meestal in een kliniek, ziekenhuis, kantoor of rechtbank. Voorbeelden: een arts praktiseert in een ziekenhuis; een advocaat praktiseert bij een kantoor.

Etymologie en nuance: het woord komt voort uit de wortel praktijk en is verwant aan het Franse

Gebruik in taal: praktiseren kan verwijzen naar het dagelijks handelen als professional, maar ook naar het

Zie ook: Praktijk, Praktijkvoering, Uitoefenen, Beoefenen, In de praktijk brengen, Praxis.

pratiquer
en
het
Engelse
practice.
Praktiseren
onderscheidt
zich
van
algemeen
oefenen
of
trainen
doordat
het
expliciet
verwijst
naar
de
uitoefening
van
een
beroep
in
de
dagelijkse
praktijk.
toepassen
van
methoden,
procedures
of
principes
in
echte
uitvoeringen.
Uitzonderingen
en
verwante
uitdrukkingen
zijn
onder
meer
‘in
de
praktijk
brengen’
(het
toepassen
van
theoretische
kennis)
en
‘uitoefenen’
of
‘beoefenen’
van
een
beroep.