Monitoren

Monitoren is een Nederlands werkwoord dat betekent voortdurend observeren, toezicht houden op of controleren van de stand van zaken van iets over een bepaalde tijd. Het komt van het Engelse monitor en wordt in de Nederlandse taal gebruikt in diverse vakgebieden. Synoniemen zijn onder meer toezicht houden, bewaken, controleren en volgen.

In de informatica en IT verwijst monitoren naar het verzamelen en analyseren van gegevens over systemen, netwerken en applicaties om prestaties, beschikbaarheid en integriteit te waarborgen. Voorbeelden zijn het monitoren van serverbelasting, foutmeldingen en responstijden. In de bedrijfsvoering en projectmanagement wordt gemonitord of processen efficiënt verlopen en doelstellingen worden gehaald. In de gezondheidszorg wordt het monitoren van vitale functies, laboratoriumwaarden en medicatietoediening toegepast om patiëntveiligheid te waarborgen.

De grammaticale vormgeving geldt als regular: de tegenwoordige tijd bevat vormen als ik monitor, jij monitort, hij monitort, wij monitoren; de verleden tijd is monitorde (of ik monitorde) en de voltooide tijd wordt gevormd met hebben gemonitord. Het zelfstandig naamwoord “monitoring” wordt vaak gebruikt om de handeling of de activiteit van het monitoren aan te duiden, bijvoorbeeld in termen als performance monitoring of security monitoring.

Kortom, monitoren draait om langdurige bewaking en tijdige signalering van afwijkingen om kwaliteit, veiligheid en betrouwbaarheid te garanderen.