Edgesystemen

Edgesystemen, oftewel edge-systemen, verwijzen naar computer- en ICT-infrastructuur die dicht bij de bron van data of bij eindgebruikers opereert. Doel is verwerkingen en beslissingen zo dichtbij de data te brengen dat latency afneemt, bandbreedte wordt bespaard en privacy- en veiligheidseisen beter kunnen worden nageleefd. Edge computing wordt zo gezien als een continuum van lokale tot centrale verwerking.

Een typisch edgesysteem bestaat uit sensor- en gateway-apparatuur, lokale verwerkingsknooppunten zoals microdatacenters of edge-servers, en een verbinding met centrale datacenters of de cloud. Een beheer- en orkestratielaag coördineert software, updates en beveiliging. Data kan op de rand worden gefilterd, samengevat of geanonalyseerd voordat het naar de cloud gaat.

Toepassingen bevinden zich in industrie (industrie 4.0), slimme steden, autonome voertuigen, videobewaking, gezondheidszorg en retail. Het concept staat vaak in relatie tot fog computing, en samen met cloud computing vormt het een continuum voor dataverwerking.

Voordelen zijn onder meer lagere latency, minder afhankelijkheid van constante verbinding, efficiënter gebruik van bandbreedte en betere naleving van privacy- en data-regels. Edge-technologie kan ook de veerkracht van systemen vergroten bij netwerkstoringen.

Uitdagingen betreffen beveiliging en fysieke bescherming van randapparatuur, interoperabiliteit tussen leveranciers, onderhoud en software-updates verspreid over vele locaties, en de behoefte aan gestandaardiseerde orkestratie en beheer.

Standaarden en ecosystemen ontwikkelen zich, zoals ETSI Multi-access Edge Computing (MEC) en initiatieven onder LF Edge die interoperabiliteit en gezamenlijke architecturen stimuleren.