Detectietijd

Detectietijd is de tijd die verstrijkt tussen een gebeurtenis die mogelijk gedetecteerd kan worden en het moment waarop die gebeurtenis betrouwbaar kan worden aangetoond met een meetinstrument of test. In de gezondheidszorg verwijst detectietijd vaak naar de periode na besmetting totdat een medische test een positief resultaat kan geven. Die periode wordt soms aangeduid als het venster of window period. De detectietijd hangt af van factoren zoals de gevoeligheid van de test, het type monsters (bijv. nasofaryngeaal of speeksel) en de biologische dynamiek van de infectie, zoals virale lading en antistofproductie. Klinische detectietijden variëren tussen infecties en tussen personen, waardoor sommige tests eerder detecteren dan andere.

In de praktijk bepaalt de detectietijd mede hoe snel beleid en maatregelen kunnen worden toegepast, zoals isolatie en behandeling. Om detectietijd te verkorten, kunnen vaker testen, het gebruik van gevoeliger tests en optimalisatie van bemonstering helpen, terwijl betere rapportage en data-verwerking de meldings- en detectietijd verkorten.

Buiten de gezondheidszorg wordt detectietijd ook toegepast in milieumonitoring, industrie en beveiliging. Daar is detectietijd de tijd tussen een gebeurtenis (bijv. aanwezigheid van een giftige stof, een sensoralarm of digitaal anomalie-gedrag) en de melding of bevestiging daarvan door sensoren, algoritmen of meldsystemen. De term benadrukt de snelheid van detectie en de effectiviteit van de respons. Detectietijd is daarmee een cruciale factor in snelle signalering en bestrijding.