Home

Basenparingen

Basenparingen is het proces waarbij nucleotidebasen in DNA en RNA specifieke paren vormen via waterstofbruggen, waardoor de basen complementair zijn. Dit mechanisme stabiliseert de dubbele helix en maakt informatieoverdracht mogelijk tijdens celprocessen zoals replicatie en transcriptie. Basenparingen bepalen ook hoe een streng als sjabloon kan dienen voor de opbouw van een tweede streng.

In DNA paren adenine (A) met thymine (T) en guanine (G) met cytosine (C). A-T-paren bestaan uit

Chargaffs regels beschrijven het evenwicht: in dubbelstrengs DNA komt de hoeveelheid A overeen met T en G

Toepassingen en variatie: het principe ligt ten grondslag aanPCR, DNA-sequentiering en moleculaire diagnostiek. In RNA-structuren kunnen

twee
waterstofbruggen,
G-C-paren
uit
drie,
waardoor
GC-paaringen
doorgaans
sterker
zijn
dan
AT-paringen.
In
RNA
vervangt
thymine
thymine
door
uracil
(U),
zodat
A-U
paren
ontstaan.
De
twee
DNA-strengen
zijn
antiparallel
georiënteerd,
waardoor
complementaire
basen
elkaar
op
gelijke
afstand
aantrekken.
met
C.
De
GC-inhoud
beïnvloedt
de
stabiliteit
van
de
streng
en
het
smeltpunt
van
het
molecuul.
Basenparingen
zijn
daarom
cruciaal
voor
correcte
kopieerprocessen
en
genexpressie,
en
mutaties
ontstaan
vaak
als
gevolg
van
fouten
in
paring
of
herstelmechanismen.
niet-standaard
paringen
optreden,
zoals
wobble-paarvorming,
wat
invloed
heeft
op
translatie
en
regulatie
van
genen.
Basenparingen
vormen
zo
de
kern
van
erfelijkheid
en
cellulaire
werking.