Aanleg
Aanleg is een Nederlands zelfstandig naamwoord met verschillende verwante betekenissen. De kernbetekenis verwijst naar het leggen, aanbrengen of tot stand brengen van iets, bijvoorbeeld bij de aanleg van infrastructuur of openbare ruimten. Een tweede, veelgebruikte betekenis verwijst naar natuurlijke bekwaamheid of predispositie: iemand heeft aanleg voor muziek, talen of wiskunde.
In de bouw- en infrawereld betekent aanleg meestal het proces van realiseren of neerleggen: de aanleg van
Wat betreft talent en aanleg: met aanleg voor iets wordt gesproken van een natuurlijke bekwaamheid. Iemand
Etymologie: het woord is afgeleid van het werkwoord aanleggen, samengesteld uit aan- en leggen (neerzetten, plaatsen).