Home

uitzendsignalen

Uitzendsignalen zijn elektromagnetische signalen die door zenders de ruimte in worden uitgezonden om ontvangers zoals radio’s en televisietoestellen te bereiken. De signalen worden via radiogolven verzonden en kunnen over korte of lange afstanden worden ontvangen, afhankelijk van frequentie, vermogen en terrein.

Uitzendsignalen komen in twee hoofdsoorten: analoge en digitale. Analoge uitzendsignalen bestaan uit AM- of FM-modulatie voor

Drie belangrijkste distributiekanalen zijn terrestriaal, satelliet en kabel. Terrestriale zenders leveren radio- en televisiesignalen via grondgebonden

Technieken en standaarden bepalen hoe uitzendsignalen worden gevormd, verzonden en ontvangen. Analoge modulatie omvat onder meer

Ontvangst en regelgeving: ontvangst kan worden beïnvloed door afstand, topografie, weersomstandigheden en interferentie. Frequenties zijn wereldwijd

radio
en
analoge
videomodulatie
voor
televisie.
Digitale
uitzendsignalen
gebruiken
efficiëntere
codering
en
foutonderdrukking;
voorbeelden
zijn
DAB+
voor
radio
en
DVB-T/T2,
DVB-S/S2
en
ISDB-T
voor
televisie.
zenders
en
vereisen
vaak
line-of-sight.
Satellietzenders
gebruiken
geostationaire
satellieten
om
dekking
op
grotere
afstanden
te
realiseren.
Kabeltelevisie
verspreidt
signalen
via
coaxkabel
of
glasvezel
naar
abonnee-ontvangers.
AM
en
FM;
digitale
modulatie
omvat
systemen
als
QPSK,
8PSK
en
COFDM.
Digitale
televisiesystemen
maken
gebruik
van
videocodecs
zoals
MPEG-2/4
of
HEVC
en
foutcorrectie.
Voor
digitale
omroep
bestaan
wereldwijd
verschillende
normen,
waaronder
DVB,
ATSC
en
ISDB-T.
toegewezen
door
ITU-R
en
nationale
regelgevende
instanties
die
licenties
en
kanaalindelingen
beheren.
Uitzendsignalen
vormen
een
kernonderdeel
van
massamedia
en
openbare
communicatie-infrastructuur.