Home

tussenwaardetheorema

Het tussenwaarde­theorema, ook bekend als het Intermediate Value Theorem, is een fundamenteel resultaat uit de reële analyse. Het gaat uit van continue functies en waarborgt dat elke tussenliggende waarde van de functiewaarden wordt bereikt op het domein.

Stelling: laat f continu zijn op het gesloten interval [a,b]. Als y een getal is tussen f(a)

Bewijsopzet: vaak wordt g(x) = f(x) − y onderzocht. Dan is g continu op [a,b], en de aanwezigheid

Historisch: het theorema is oorspronkelijk toegeschreven aan Bernard Bolzano, die het in het begin van de 19e

Toepassingen: het IVT wordt gebruikt om het bestaan van wortels van f(x) = 0 aan te tonen, om

en
f(b)
(dus
f(a)
≤
y
≤
f(b)
of
f(b)
≤
y
≤
f(a)),
dan
bestaat
er
ten
minste
één
c
in
[a,b]
met
f(c)
=
y.
In
het
geval
dat
f(a)
≠
f(b)
kan
men
bovendien
stellen
dat
er
een
c
in
(a,b)
bestaat
met
f(c)
=
y.
De
stelling
houdt
in
dat
een
continue
functie
haar
beeld
niet
“sprongsgewijs”
overslaat
en
dus
alle
tussenliggende
waarden
bereikt.
van
een
y-waarde
betekent
dat
g(a)
en
g(b)
different
van
teken
zijn.
Het
bewijs
kan
vervolgens
worden
opgezet
door
te
kijken
naar
het
supremum
van
het
deel
van
het
interval
waar
g
≤
0,
of
door
de
regelmatige
overgang
van
waarden
via
de
definitie
van
continuïteit
en
de
eindpuntwaarden.
eeuw
formuleerde.
Een
meer
toegankelijke
bewijsvoering
is
later
door
Weierstrass
ontwikkeld.
Het
wordt
gezien
als
een
uiting
van
het
tussenwaardengedrag
van
continue
functies.
aan
te
tonen
dat
functies
bepaalde
waarden
bereiken,
en
bij
existentiële
bewijzen
in
de
analyse
en
numerieke
methoden.