tocht

Tocht is een Nederlands zelfstandig naamwoord met meerdere verwante betekenissen. In de meest algemene zin verwijst het naar een reis of tocht van de ene naar de andere plek, meestal langer dan een kort uitstapje. Een schooltocht, wandeltocht of lange tocht kan zo worden genoemd. In bredere zin kan tocht ook een reis aangeven met een bepaald doel, zoals een handels- of ontdekkingsreis. In combinatie met het bijvoeglijk naamwoord geeft het vaak een karakter: een korte tocht, een lange tocht, een zeetocht, een wandeltocht.

Historisch en militair gebruik: in militaire context betekent veldtocht een georganiseerde campagne, vaak met operaties over meerdere plaatsen en periodes. Ontdekkingsreizen en expedities worden ook als tochten aangeduid. De term kan in hedendaags Nederlands ook figuurlijk worden gebruikt, bijvoorbeeld wanneer iemand een tocht door de stad maakt of wanneer men spreekt over een tocht langs verschillende projecten.

Etymologie en oorsprong: tocht komt uit het Middelnederlands tochte en is verwant aan oudere Germaanse woorden die beweging of reizen aanduiden. De exacte invulling van de betekenis is door de eeuwen heen geëvolueerd en omvat zowel alledaagse reizen als formele campagnes.

Gebruik en variatie: veelvoorkomende combinaties zijn lange tocht, korte tocht, zeetocht, wandeltocht en scholingstocht of schooltocht (in sommige contextengebruikelijk als schoolreis). Tocht wordt gebruikt in zowel spontane als doelgerichte reiscontexten en blijft een neutraal, breed toepasbaar begrip in het Nederlands.