selectiebewerking

Selectiebewerking, in the context van digitale beeldbewerking, verwijst naar het toepassen van bewerkingen op uitsluitend geselecteerde delen van een afbeelding in plaats van op de hele afbeelding. Het doel is om lokaal beschikbare kenmerken zoals belichting, kleur en detail bij te sturen zonder de rest van het beeld te beïnvloeden.

De uitvoering gebeurt meestal via maskers en lagen, waarbij een selectie wordt gemaakt met gereedschappen zoals een lassogereedschap, veelhoekige selectie, toverstaf, kleurkiezer of selectie op basis van kanalen. Na het maken van de selectie wordt een bewerkingslaag aangemaakt of een aanpassingslaag toegepast zodat de betreffende regio aangepast wordt, vaak met overgangsgrenzen (feathering) om harde randen te voorkomen. Voor een non-destructive workflow blijven de originele pixels onaangetast en worden wijzigingen informeel bewaard als masker of laag.

Veelvoorkomende bewerkingen met selectiebewerking zijn onder andere belichting, contrast, witbalans, verzadiging, kleurtoon en kleurverzadiging, ruisonderdrukking, verscherping en lokale schaduwwerking (dodging and burning). Ook complexe taken zoals het correct aanpassen van luchten in landschappen, het retoucheren van portretten of het samenvoegen van elementen in een compositie maken vaak gebruik van selectiebewerking.

Software die selectiebewerking ondersteunt omvat programma’s als Adobe Photoshop, GIMP en Affinity Photo, maar ook Lightroom biedt lokale aanpassingen via penseel- en verloopgereedschappen. Belangrijke overwegingen zijn nauwkeurigheid van de selectie, edge-refinement en het voorkomen van halos. Een goed uitgevoerde selectiebewerking draagt bij aan een naturalere uitstraling en grotere controle over het eindresultaat.