schuinstand
Schuinstand is een Nederlands begrip dat de tilt of obliquiteit van een vlak, gesteentelaag of constructie ten opzichte van de horizontale richting aanduidt. In de geologie wordt de term vooral gebruikt om de oriëntatie van gesteentelagen, breukvlakken en insnijdingen te beschrijven. Een schuinstand wordt meestal gekarakteriseerd door twee meetwaarden: de dip (de hoek tussen het vlak en de horizontale) en de strike (de richting waarin die helling naar beneden loopt, zoals de projectie van het vlak op het horizontale vlak). Metingen gebeuren met instrumenten als een clinometer en een kompas, of met moderne geodetische apparatuur. In kaartvorm leveren schuinstanden essentiële informatie voor de interpretatie van geologische structuren en de reconstructie van de deformation van een gebied.
In de geologie kunnen schuinstanden ontstaan door tectonische krachten die lagen, breukvlakken of structuren doen kantelen.
In civiel-technische context kan schuinstand ook verwijzen naar de afhelling of scheefstand van taluds, terreinen of
Etymologie en bemonstering: de term is afgeleid van schuin (slant) en stand (positie) en wordt in het