schijfvolume

Een schijfvolume is een logisch opslagvolume op een of meer fysieke opslagapparaten waarop een bestandssysteem kan worden geplaatst. Het fungeert als een zelfstandige opslagruimte die door een besturingssysteem kan worden beheerd, gemonteerd en gebruikt om bestanden en mappen op te slaan.

Een schijfvolume ontstaat meestal door een fysieke schijf op te delen in partitities of door gebruik te maken van een logische volumemanager zoals LVM, ZFS of Btrfs. Deze methoden bieden flexibiliteit bij het toewijzen, uitbreiden of samenvoegen van opslagruimte en kunnen ook RAID- of opslagpools ondersteunen.

Elk volume moet een formaat bestandssysteem hebben, zoals NTFS, ext4, APFS of FAT32, waardoor bestanden leesbaar en schrijfbaar blijven. Een raw volume zonder filesystem kan niet worden gemount of gebruikt om bestanden op te slaan.

Toegang tot schijfvolumes is afhankelijk van het besturingssysteem. In Windows verschijnen volumes doorgaans als schijfstations met een drive-letter (bijvoorbeeld C:); in Linux/Unix worden volumes gemount op een koppelpunt zoals /mnt of /media en aangeduid met een apparaatnaam zoals /dev/sda1.

Beheer en onderhoud van schijfvolumes gebeurt met gereedschappen voor partitioneren, formatteren en mounten, zoals fdisk, parted, mkfs en mount. Volumes kunnen worden vergroot of verkleind, versleuteld met encryptie (LUKS, BitLocker) en deel uitmaken van RAID-configuraties of opslagpools voor redundantie en prestaties.