rondeafstand

Rondeafstand is de afstand van één ronde rond een racetrack of circuit. De term wordt gebruikt in verschillende sporten, zoals atletiek, wielrennen en motorsport, om aan te geven hoe lang een enkele ronde is. De exacte lengte van een ronde varieert per locatie en discipline en is dus geen vaste waarde.

In atletiek is de officiële buitenbaan doorgaans 400 meter per ronde, terwijl indoorbanen vaak 200 meter per ronde zijn. In wielrennen wordt de rondeafstand in velodromes vaak gezegd in meters, met veelal 250 meter per ronde als courant formaat; andere configuraties zoals 333,33 meter of 400 meter bestaan ook. Moto­sportcircuits worden gemeten in kilometers per ronde, met lengtes die sterk tussen locaties kunnen variëren.

Bij het plannen van wedstrijden en training wordt de totale afstand berekend door de rondeafstand te vermenigvuldigen met het aantal rondes. Bijvoorbeeld: een racen met 10 rondes op een 400-meterbaan is 4.000 meter lang. Een motorwedstrijd op een circuit van 4,3 kilometer per ronde levert bij bijvoorbeeld 40 rondes een totale afstand van 172 kilometer op.

Rondeafstand is een nuttige parameter voor coaches, evenementorganisatoren en commentators omdat het op een eenduidige manier mogelijk maakt om lengtes en vergelijkingen tussen venues uit te drukken. Zie ook: rondetijd, circuitlengte, afstandmeting.