Home

resonantiecirkuits

Resonantiecircuits, vaak gespeld als resonantiecircuits of resonantiecircuiten, zijn elektrische schakelingen die een sterke reactie vertonen op een specifieke frequentie. Ze bestaan meestal uit een inductor (L) en een capacitor (C), vaak gezamenlijk aangeduid als een LC-circuit, soms met een weerstand (R) in serie of in parallel. Door de wisselwerking tussen energietransport in het magnetische veld van de inductor en het elektrische veld van de condensator ontstaat een resonantiefrequentie waarbij het gedrag van de schakeling extreem wordt.

Bij een serie LC-circuit is de impedantie Z(ω) = R + j(ωL - 1/(ωC)). Bij de resonantiefrequentie ω0 = 1/√(LC)

De kwaliteit factor Q geeft de selectiviteit aan en hangt af van de configuratie: voor een series

Toepassingen van resonantiecircuits zijn onder meer tuners en radio-ontvangers, verschillende soorten filters (band-pass, notch, filterbanken) en

komen
X_L
en
X_C
overeen
in
grootte
maar
tegengesteld
in
teken,
waardoor
de
reactieve
component
verdwijnt
en
de
impedantie
minimaal
is
(voor
een
ideale
schakeling
nul
zonder
R).
Daardoor
kan
de
stroom
maximal
zijn
bij
ω0.
In
een
parallel
LC-circuit
kan
de
ingangsimpedantie
juist
maximaal
worden
bij
ω0,
waardoor
het
circuit
als
either
een
band-stop
of
band-pass
filter
kan
functioneren
afhankelijk
van
de
configuratie.
RLC
is
Q
=
ω0L/R
=
1/(ω0RC);
voor
een
parallel-RLC
is
Q
=
R/(ω0L)
=
ω0RC.
De
bandbreedte
Δω
is
ongeveer
ω0/Q,
wat
aangeeft
hoe
scherp
de
resonantie
is.
oscillator-
of
impedantiematchingscircuits.
Praktische
ontwerpen
houden
rekening
met
niet-ideale
componenten,
parasieten
en
verliezen
die
de
Q-factor
beïnvloeden.