relativasnelheid

Relatieve snelheid is de snelheid van een object ten opzichte van een ander object. Het is geen absolute maat en hangt af van het gekozen referentiekader. In de mechanica wordt snelheid als een vector gezien, en de relatieve snelheid van A ten opzichte van B is v_A/B = v_A − v_B. De grootte ervan wordt de relatieve snelheid genoemd en is |v_A/B|.

In één dimensie (op een rechte lijn) geldt v_A/B = v_A − v_B. Als A en B in dezelfde richting bewegen, is de relatieve snelheid simpelweg het verschil van hun snelheden. Bewegen ze tegen elkaar, dan tel je de snelheden op.

Voorbeelden: als auto A 120 km/u rijdt en auto B 80 km/u in dezelfde richting, dan is de relatieve snelheid tussen de twee 40 km/u. Rijden ze tegen elkaar met 120 km/u en 80 km/u, dan is de relatieve snelheid 200 km/u. In meer dan één dimensie geldt v_A/B = v_A − v_B als vectoren, wat betekent dat je richting meeneemt.

Toepassingen van relatieve snelheid zijn onder meer verkeersveiligheid en botsingspreventie, schattingen van ontmoetingen of achtervolgingen in sport, en het begrijpen van waargenomen beweging in verschillende referentiekaders. In het dagelijks leven helpt het concept bij het inschatten van hoe snel iemand van je afkomt of langs je heen gaat, en bij het plannen van trajecten en tijdsberekeningen.

Een belangrijke nuance is dat relatieve snelheid afhangt van het referentiekader. De tijd tot een ontmoeting hangt af van de afstand en de relatieve snelheid. In dagelijkse situaties volstaat doorgaans de klassieke optelling van snelheden; bij zeer hoge snelheden wordt de relativiteit van de beweging relevant en verandert de eenvoudige formule.