polymeerfilamenten

Polymeerfilamenten zijn dunne draden van thermoplastisch kunststof die op spoelen worden verpakt en dienen als input voor FDM- of fused filament fabrication-printers. Tijdens het printen wordt het filament door een verwarmde nozzle gesmolten en laag voor laag uitgerold om een object op te bouwen.

Veel gebruikte soorten zijn PLA, ABS, PETG, nylon (PA), polycarbonaat (PC) en TPU/TPE-elastomeren. PLA is gemakkelijk te printen en biologisch afbreekbaar, maar minder hittebestendig. ABS biedt sterkte en hittebestendigheid maar geeft meer geur en kan kromtrekken. PETG combineert printbaarheid met sterkte en bestendigheid tegen chemicaliën. Nylon biedt uitstekende sterkte en slijtvastheid maar vereist droog bewaren. PC levert hoge temperatuursbestendigheid. Elastomeren zoals TPU geven flexibiliteit.

Filamentdiameters zijn doorgaans 1,75 mm of 2,85 mm. Een fabrikant hanteert doorgaans toleranties rondom ±0,05 mm; onregelmatigheden kunnen leiden tot inconsistent extrusie en printkwaliteit. Een hoge rondheid (lage ellipticiteit) helpt bij een gelijkmatige toevoer door extruder en nozzle.

Vochtgevoeligheid: veel materialen zijn hygroscopisch en nemen vocht op uit de lucht, wat leidt tot poriën, bellen en zwakkere lagen. Daarom worden filamenten vaak droog opgeslagen en, indien nodig, vóór gebruik gedroogd. Opslag in luchtdichte zakken met desiccant wordt aangeraden.

Toepassingen en overwegingen: prototyping, functionele onderdelen en onderdelen met complexe geometrie. De materiaalkeuze hangt af van mechanische eisen, warmtebestendigheid en printomstandigheden. Milieu-overwegingen betreffen onder meer recyclingmogelijkheden en de ecologische voetafdruk per materiaal.