Home

langeafstandsdispersie

Langeafstandsdispersie, in ecologie vaak afgekort als LDD, verwijst naar dispersie-evenementen waarbij organismen of hun propagules zich ver van hun bronpopulatie bevinden. In tegenstelling tot lokale dispersie wordt LDD gekenmerkt door vetstaartverdelingen: de meeste propagules reizen korte afstanden, maar een klein aantal legt aanzienlijk grotere afstanden af, waardoor kolonisatie van verre habitats mogelijk wordt.

Oorzaken omvatten zowel abiotische als biotische vectoren, en vaak ook menselijke activiteiten: abiotosche vectoren zoals sterke

Ecologische betekenis: LDD versnelt de verspreiding van een soort, kan leiden tot snelle uitbreiding van het

Modellen en metingen: LDD wordt vaak beschreven met dispersie-kernels met vetten of Lévy-stabiele verdelingen, of met

Toepassingen en beheer: begrip van LDD ondersteunt conservatieplanning, landschapsconnectiviteit en invasierisicobeoordeling, en helpt bij het identificeren

wind,
turbulente
atmosferische
bewegingen
en
waterstromen;
biotische
vectoren
zoals
migrerende
vogels
en
zaaddragende
dieren
of
zaden
die
aan
vacht
of
veren
kleven;
en
menselijke
verplaatsingen
door
handel
en
reizen.
Deze
routes
veroorzaken
zeldzame
maar
gevolgrijke
sprongen
in
ruimtelijke
afstand
en
vergroten
de
kans
op
vestiging
in
geïsoleerde
gebieden.
geografische
bereik
en
bevordert
genetische
menging
tussen
populaties,
wat
de
effectieve
populatiegrootte
en
genetische
diversiteit
kan
verhogen.
Het
speelt
ook
een
centrale
rol
bij
invasieprocessen
en
bij
de
verspreiding
van
plantenziekten
en
plagen.
gemengde
modellen
die
een
korte-afstands
diffusiecomponent
combineren
met
een
lange-afstands
sprongcomponent.
Gegevens
komen
van
zaadval,
genetische
analyse,
markeer-herintroductie
en
afgeleide
uit
spreidingspatronen.
Theorieën
gebruiken
fractionele
diffusie
en
integro-differentievergelijkingen.
van
kwetsbare
habitats
en
het
ontwerpen
van
barrières
of
corridors
om
dispersie
te
sturen
of
te
beperken.