Home

kabeljauwpopulaties

Kabeljauwpopulaties verwijzen naar afzonderlijke populaties van de kabeljauw (Gadus morhua) die in de Noordoost-Atlantische regio voorkomen. Deze populaties verschillen in paai-gebieden, migratiepatronen, groeitempo en respons op milieu- en visserijdruk. Doordat populaties genetisch en geografisch afwijken, worden ze vaak als aparte stock units beschouwd voor onderzoek en beheer.

In internationaal beheer worden kabeljauwpopulaties doorgaans opgesplitst in stock units die door organisaties zoals ICES (International

Populaties worden gevolgd aan de hand van indicatoren zoals de spawning stock biomass (SSB), recruitment en

Beleid en beheer richten zich op een combinatie van quotering (TAC), maaivorken aan vangstlimieten, tijd- en

Council
for
the
Exploration
of
the
Sea)
worden
gedefinieerd.
Belangrijke
voorbeelden
zijn
de
Noordoostelijke
Atlantische
kabeljauw,
Baltische
kabeljauw,
Noordzeekabeljauw
en
kust-
of
regionale
populaties
langs
Scandinavië
en
Noord-Amerika.
Het
beheer
richt
zich
op
het
bepalen
van
vangsten
die
de
biomassa
van
de
paaiende
populatie
beschermen
en
zo
de
lange
termijn
visbestanden
stabiliseren.
voortplantings-
en
sterftesnelheden
door
de
visserij.
Voedings-
en
klimaatveranderingen
beïnvloeden
voedselbeschikbaarheid,
migratie
en
paai-opbrengsten,
waardoor
populaties
sterk
kunnen
variëren
van
jaar
tot
jaar.
Overbevissing
heeft
in
het
verleden
geleid
tot
ineensturingen
en
hersteltrajecten.
gebiedsrestricties
en
beschermde
gebieden.
Doel
is
een
duurzame
opbrengst
tegen
een
zo
laag
mogelijke
risico’s
voor
de
lange
termijn
van
elke
populatie.