Home

gevuurd

Gevuurd is het voltooid deelwoord van het Nederlandse werkwoord vuren, dat voornamelijk betekent het afvuren van een vuurwapen of het lossen van schoten. Het duidt aan dat de daad van schieten heeft plaatsgevonden. Het wordt gebruikt in combinatie met hebben of zijn om tijden te vormen, bijvoorbeeld: ik heb gevuurd, er is gevuurd.

In de taal wordt ook het werkwoord afvuren gebruikt en heeft het voltooid deelwoord afgevuurd. Dit benadrukt

Gevuurd kan zowel in actieve zinnen als in impersonalaken voorkomen. In juridische en nieuwscontexten komt de

vaak
de
volledige
handeling
van
het
schieten.
Beide
vormen
verschijnen
in
neutrale
en
feitelijke
berichtgeving,
maar
afvuren
kan
iets
formeler
of
somberder
klinken.
Voorbeeldzinnen:
de
schutter
heeft
drie
kogels
gevuurd;
er
werd
meerdere
malen
gevuurd;
de
politie
heeft
op
het
doel
gevuurd.
uitdrukking
vaak
voor
zoals
“Er
is
gevuurd”
of
“Er
zijn
kogels
gevuurd”.
In
sport-
of
defensiecontexten
wordt
vaker
gesproken
van
vuren
of
afvuren,
afhankelijk
van
de
nadruk
op
de
handeling
(het
schieten
versus
het
voltooide
aktiepunt).
Het
begrip
sluit
aan
bij
verwante
termen
zoals
vuurwapen,
schoten,
en
het
werkwoord
vuren
in
combinatie
met
voorzetels
zoals
“op
iemand
vuren.”