Home

geslapen

Geslapen is het voltooid deelwoord van het Nederlandse werkwoord slapen. Het betekent dat iemand heeft geslapen of dat slaap heeft plaatsgevonden. Het vormt een belangrijke verbale bouwsteen bij samengestelde tijden en geeft een voltooide handeling aan.

In de standaard grammatica wordt geslapen met het hulpwerkwoord hebben in de voltooide tijden. Voorbeelden: Ik

Het infinitief van slapen is slapen. De tegenwoordige tijd is ik slaap, jij slaapt, hij slaapt. De

Etymologie: slapen is verwant aan het Duitse schlafen en aan het Engelse sleep. Het voltooid deelwoord geslapen

Zie ook: slapen, slaap, slaapkwaliteit.

heb
geslapen.
Je
hebt
geslapen.
Hij
heeft
geslapen.
In
de
verleden
tijd
van
de
voltooide
tijd:
Ik
had
geslapen;
wij
hadden
geslapen.
verleden
tijd
is
ik
sliep,
wij
sliepen.
Het
voltooid
deelwoord
is
geslapen,
zoals
in
de
zinnen:
Hij
heeft
vannacht
zeven
uur
geslapen.
De
vormgeving
met
hebben
is
kenmerkend
voor
slaapgerelateerde
werkwoorden
die
geen
beweging
of
verandering
van
staat
aangeven.
wordt
gevormd
met
het
ge-
prefix,
zoals
gebruikelijk
is
bij
veel
Nederlandse
werkwoorden.