Home

geheugenbeheertechnieken

Geheugenbeheertechnieken verwijzen naar de methoden waarmee geheugen wordt toegewezen, vrijgegeven en gecontroleerd in computersystemen en programmeeromgevingen. Ze richten zich op efficiëntie, betrouwbaarheid en het voorkomen van geheugenproblemen.

Geheugenbeheer vindt op verschillende niveaus plaats, van besturingssysteemniveau tot programmatuur. Een kernonderscheid is tussen statisch geheugenbeheer

Manueel geheugenbeheer vereist dat programmeurs expliciet geheugen toewijzen en vrijgeven. Dit komt voor in talen zoals

Automatisch geheugenbeheer, vaak via garbage collection, herverdeelt geheugen zonder expliciete vrijgave. Veelvoorkomende technieken zijn tracing-gebaseerde collectors

Referentietelling houdt bij hoeveel verwijzingen naar een object bestaan en voert vrijgave uit wanneer de telling

Andere technieken omvatten geheugengroepen of pools (slab- en arena-allocators) die subtoewijzing en cachevriendelijkheid verbeteren en fragmentatie

Op besturingssysteemniveau regelt virtueel geheugen toewijzing en bescherming via virtuele adressen, paging en TLB’s. Externe en

De keuze voor geheugenbeheertechnieken hangt af van real-timeeisen, prestatiecriteria en hardwarekenmerken.

(toewijzing
bij
compilatie
of
op
de
stack)
en
dynamisch
geheugenbeheer
(toewijzing
op
de
heap
tijdens
uitvoering).
C
en
C++,
maar
kan
leiden
tot
geheugenlekken,
dangling
pointers
en
fouten
bij
uitzonderingen.
(mark-and-sweep,
mark-and-compact),
copying
collectors
en
generational
garbage
collectors.
Soms
worden
incrementele
of
gelijktijdige
processen
toegepast
om
pauzes
te
minimaliseren.
nul
bereikt.
Cycles
kunnen
problemen
veroorzaken,
wat
bij
veel
systemen
wordt
opgelost
met
aanvullende
tracing-technieken.
beperken.
Slab-
en
buddy-systemen
komen
veel
voor
in
besturingssysteem-
en
runtime-allocaties.
interne
fragmentatie
kunnen
de
efficiëntie
beïnvloeden.