Home

fotoionisatiekruissecties

Fotoionisatiekruissecties geven de waarschijnlijkheid weer dat een foton een atoom- of ionisatieproces induceert door een elektron uit een bindschil te verwijderen. Voor een bepaalde fotonenergie ω bepaalt de kruissectie σ(ω) de effectieve doeloppervlakte voor fotoionisatie. Ze is afhankelijk van de elektronale toestand van het beginion, de ionisatie drempel (het minimum energieniveau dat vereist is om de elektron los te maken) en van resonanties die optreden door autoioniserende toestanden. De kruissectie wordt doorgaans uitgedrukt in eenheden als cm^2, vaak in megabarns (1 Mb = 10^-18 cm^2). Bij energies net boven de drempel kunnen sterke variaties ontstaan door vakken van resonanties en door corrigerende quantummechanische effecten.

Meting en theorie spelen een cruciale rol bij fotoionisatiekruissecties. Experimenteel worden ze vaak bepaald met geavanceerde

Toepassingen van fotoionisatiekruissecties strekkeren breed van astro- naar plasmafysica. Ze zijn essentieel voor modellen van sterrenkunde

lichtbronnen
zoals
synchrotrons
of
vrije-elektron-lasers,
waarbij
ionen
worden
blootgesteld
aan
gefocust
fotonlicht
en
de
resulterende
ionisatieproducten
worden
gedetecteerd
(bijvoorbeeld
via
ion
yield
of
photoelectron
spectroscopy).
De
gegevens
worden
afgeleid
als
functie
van
fotonenergie
en
kunnen
bijdragen
aan
totalen
en
kanaalspecifieke
kruissecties.
Theoretische
berekeningen
maken
gebruik
van
ab
initio
benaderingen
zoals
close-coupling
en
R-matrixmethoden,
en
houden
rekening
met
elektronenrelativiteit,
wisselwerkingen
tussen
verschillende
ionisatietoestanden
en
resonanties.
en
de
opaciteit
van
de
interstellaire
en
intergalactische
media,
voor
plasma-energieoverdracht
en
voor
stralingsschadeberekeningen.
Data-sets
en
databanken
zoals
TOPbase
en
de
Opacity
Project
verzamelen
gespecificeerde
kruissecties
voor
verschillende
atomen
en
ionen,
wat
essentieel
is
voor
wetenschappelijke
simulaties
en
interpretatie
van
waarnemingen.