doorwijding

Doorwijding is in de bouw de breedte van de opening in een muur waarin een deur past, oftewel de opening van een deurkozijn. De term kan ook verwijzen naar het vergroten van zo’n opening. De exacte maat van een deurwijding is cruciaal voor de werking van de deur, de passagebreedte en de esthetiek van de ruimte.

De vrije doorgangsbreedte is meestal de afstand tussen de binnenzijden van het deurkozijn, gemeten bij afwezigheid van architraven en drempels. In de praktijk wordt ook rekening gehouden met de dikte van het deurblad en de sponningen; de totale opening kan hierdoor groter of kleiner lijken dan de maat van het blad. Bij het ontwerp en de uitvoering zijn zowel structurele als bouwkundige factoren van belang.

Veel voorkomende deurwijdtematen variëren per land en bouwstijl. Voor woonruimtes gelden doorgaans ruimten van circa 70 tot 90 centimeter breed, terwijl voor toegankelijk ontwerp vaak een vrije breedte van ten minste 80–90 centimeter wordt nagestreefd. De exacte vereisten hangen af van lokale bouwvoorschriften en toegankelijkheidsnormen.

Het vergroten van een deurwijding, bijvoorbeeld bij aanpassingswerk voor rolstoelpassage, vereist vaak het verwijderen of aanbrengen van een nieuwe draagconstructie boven de opening (lintel), het aanpassen van de zijwanden en mogelijk aanpassingen aan leidingen of elektriciteit. Dergelijk werk valt doorgaans onder erkende vakmensen en dient volgens de geldende bouwvoorschriften te worden uitgevoerd.