cutofffrequentie
Cutofffrequentie, ook wel snijfrequentie of grensfrequentie genoemd, is een kenmerk van een filter of lineair tijdinvariant systeem dat aangeeft bij welke frequentie het doorlaatgedrag significant verandert. Een veelgebruikte definitie is dat de cutofffrequentie de frequentie is waarbij de magnitude van de overdrachtsfunctie afneemt tot 1/√2 van de passbandwaarde, wat overeenkomt met ongeveer -3 dB. Deze grensmarkering maakt onderscheid tussen de passband en de stopband.
In filters kan de cutofffrequentie voorkomen bij laagdoorlaat-, hoogdoorlaat-, banddoorlaat- en bandstop-filters. De exacte grens kan
Bij analoge filters is f_c vaak gerelateerd aan de componentwaarden en de filterorde. Bijvoorbeeld bij een
De cutofffrequentie bepaalt welke frequenties minimaal of maximaal doorgegeven worden en hoe abrupt de overgang naar