Home

continuiteit

Continuiteit is een fundamenteel begrip in de wiskunde dat aangeeft hoe functies reageren op kleine veranderingen in hun invoer. Intuïtief betekent het dat een continue functie geen abrupte sprongen vertoont: kleine aanpassingen in het domein leveren steeds kleine aanpassingen in het codomein op.

Formele definities: in metrische ruimtes f: X → Y is f continu op een punt a ∈ X als

Eigenschappen en varianten: uniforme continuïteit houdt in dat δ afhankelijk is van ε maar niet van het gekozen

Voorbeelden en niet-examples: polynomen zijn continu op het hele domein, √x is continu op [0,∞), de absolute

Toepassingen: continuïteit is cruciaal bij limieten, integraal- en differentiaalrekening, en in de topologie, waar continuïteit onder

voor
elke
ε
>
0
er
een
δ
>
0
bestaat
zodanig
dat
als
d_X(x,a)
<
δ,
dan
d_Y(f(x),
f(a))
<
ε.
Een
equivalente
topologische
definitie
is
dat
de
inverse
afbeelding
van
elke
open
verzameling
in
Y
ook
open
is
in
X.
Een
veelgebruikte
karakterisering
is
de
sequentiële
continuïteit:
als
x_n
→
a
in
X,
dan
volgt
f(x_n)
→
f(a)
in
Y.
In
veel
contexten
zijn
deze
definities
equivalent.
punt;
Lipschitz-continuïteit
is
een
sterkere
vorm
waarbij
er
een
constante
L
bestaat
met
d_Y(f(x),
f(y))
≤
L
d_X(x,y).
Op
een
compacte
ruimte
is
elke
continue
functie
uniform
continu.
Continuïteit
is
lokaal;
veel
functies
zijn
lokaal
continu,
maar
niet
overal.
waarde
|x|
is
continu
op
ℝ.
Een
stapfunctie
heeft
een
sprong
en
is
discontinu
bij
de
sprongpunten.
andere
behoudt
van
samenstellingen
en
operaties
zoals
optellen
en
vermenigvuldigen
van
continue
functies.