belichtingsmogelijkheden
Belichtingsmogelijkheden in de fotografie verwijzen naar de manieren om de belichting van een opname te regelen. De kern wordt gevormd door de belichtingsdriehoek: sluitertijd, diafragma en ISO. Een langere sluitertijd laat meer licht binnen maar kan bewegingsonscherpte veroorzaken; een groter diafragma (klein f-getal) laat meer licht door en verkort de scherptediepte; een hogere ISO verhoogt de sensorgevoeligheid maar vergroot ruis. Door deze drie factoren samen te spelen, bepaalt de fotograaf of een afbeelding juist, onderbelicht of overbelicht is en welk dynamisch bereik wordt vastgelegd.
Modi en meting op moderne camera's bieden automatische en handmatige opties. In semi-automatische modi kun je
Praktische richtlijnen: meet de belichting met de juiste meting mode, pas ISO aan indien nodig en wijzig