Home

bedgenoten

Bedgenoot is een Nederlands zelfstandig naamwoord dat verwijst naar een persoon met wie iemand een bed deelt. Het kan verwijzen naar een romantische of seksuele partner, maar heeft ook een bredere betekenis: iemands medebuur, met wie men in een instelling of in de praktijk een bed deelt. De term benadrukt de sociale oriëntatie van het slapen samen, eerder dan de relatie zelf. Het meervoud is bedgenoten.

Etymologie en taalkundig gebruik: bedgenoot is samengesteld uit bed en genoot (companion, metgezel). Het woord is

Contexten en toepassingsgebieden: In ziekenhuizen of zorginstellingen duidt bedgenoot op de persoon die het bed deelt

Zie ook: bedpartner, partner, kamergenoot, huisgenoot.

vrij
neutraal
en
is
in
hedendaags
spraakgebruik
iets
formeler
of
ouderwets;
in
de
dagelijkse
taal
wordt
vaker
bedpartner
of
partner
gebruikt.
In
formele
of
descriptieve
contexten,
bijvoorbeeld
in
medische
of
sociologische
teksten,
kan
bedgenoot
wijdverbreid
voorkomen.
in
een
dubbelzalenkamer,
waardoor
privacy,
comfort
en
infectiepreventie
relevant
zijn.
In
reis-
en
wooncontext
kan
men
spreken
van
bedgenoten
in
hostels,
studentenkamers
of
andere
gedeelde
slaapruimte,
waar
kosten
en
ruimtelijke
condities
meespelen.
In
literaire
of
descriptieve
teksten
kan
bedgenoot
ook
verwijzen
naar
een
partner
met
wie
men
een
bed
deelt
in
romantische
verbeeldingen
of
verhalen.