Home

bandentreadindicatoren

Bandentreadindicatoren zijn in het loopvlak van een band geïntegreerde signalen die aangeven wanneer de profieldiepte te ver is gesleten. Ze dienen als een visuele waarschuwing voor vervanging van de band en dragen bij aan veiligheid bij remmen, bochten en waterslikken op natte wegen.

De indicatoren bestaan uit kleine, op schappen of ribbels lijkende verhogingen die in de groeven van het

Hoewel indicatoren een indicatie geven wanneer het minimum is bereikt, blijft het belangrijk om de profieldiepte

Indicatoren helpen bij vroegtijdig onderhoud en verminderen risico’s zoals aquaplaning en langere remtijden op natte wegen,

Beperkingen: indicatoren geven alleen het resterende profiel aan, niet de bandleeftijd, beschadigingen of interne defecten. Regelmatige

loopvlak
zijn
gemold.
Naarmate
het
profiel
slijt
en
dichter
bij
deze
indicatoren
komt,
worden
ze
zichtbaar,
waardoor
duidelijk
wordt
dat
de
band
vervangen
moet
worden
voordat
de
veiligheid
in
het
geding
komt.
te
meten.
In
veel
rechtsgebieden
geldt
een
wettelijke
minimum
van
ongeveer
1,6
millimeter
profieldiepte
voor
personenauto's;
voor
winterbanden
of
specifieke
omstandigheden
kan
een
hogere
drempel
gelden
(bijv.
3–4
mm).
De
exacte
norm
verschilt
per
land,
regio
of
type
voertuig.
maar
ze
vervangen
geen
regelmatige
inspectie
en
correcte
bandenspanningen.
Door
een
combinatie
van
visuele
controle,
periodieke
meting
van
de
profieldiepte
en
professioneel
onderhoud
blijft
de
veiligheid
van
banden
gewaarborgd.
controle
door
een
professional
blijft
aanbevolen
en
noodzakelijk
voor
een
compleet
veiligheidsbeheer.