Home

assisteren

Assisteren is een Nederlands werkwoord dat betekent iemand helpen of ondersteunen bij het uitvoeren van een taak. Het wordt toegepast in diverse sectoren, zoals de gezondheidszorg, het onderwijs, de publieke sector en het bedrijfsleven. Het benadrukt actieve ondersteuning die naast iemand staat bij de uitvoering van werkzaamheden.

Als transitief werkwoord vereist assisteren meestal een direct object: iemand of een taak die hulp nodig heeft.

Qua grammatica is assisteren een regelmatig werkwoord in de -eren groep. De verleden tijd is doorgaans assisteerde

Etymologie: assisteren heeft wortels in het Franse assister en via het Latijn assistere, met dezelfde basisbetekenis

In hedendaagse taal wordt assisteren vaak formeel of technisch gebruikt; in informele taal spreken mensen eerder

Voorbeelden:
een
verpleegkundige
die
een
arts
assisteert
bij
een
ingreep;
een
collega
die
een
project
assisteert;
een
vrijwilliger
die
bij
een
evenement
assisteert.
In
zinsbouw
kun
je
zeggen
dat
je
iemand
ondersteunt
of
begeleidt
bij
een
activiteit.
en
het
voltooid
deelwoord
is
geassisteerd.
van
bijstaan
of
helpen.
Het
is
verwant
aan
het
Engelse
to
assist
en
aan
het
Nederlandse
woord
'assistent',
dat
verwijst
naar
iemand
die
ondersteuning
biedt.
van
helpen
of
ondersteunen.
Synoniemen
zijn
helpen,
ondersteunen,
bijstaan.
Het
woord
vormt
een
sleutelbegrip
in
professionele
contexten
zoals
ziekenhuizen,
kantoren
en
hulpdiensten.