afdoening

Afdoening is een Nederlands begrip dat verwijst naar het voltooien, afhandelen of afwikkelen van een verplichting, vordering of administratieve zaak. Het impliceert het afsluiten van een handeling of proces door een laatste stap te zetten, zoals betaling, levering of registratie, zodat verdere stappen niet meer nodig zijn. In veel contexten wordt afdoening gezien als de beëindiging of afrekening van een traject of dossier.

In de juridische sfeer kan afdoening slaan op de sluiting van een rechtszaak of een vordering nadat partijen overeenstemming hebben bereikt of een rechter een beslissend vonnis heeft gewezen; in de civiele praktijk spreekt men wel van afdoening van een zaak. In financiële en incasso-context verwijst afdoening vaak naar de betaling of kwijting van een openstaande vordering en het sluiten van het dossier.

Etymologisch komt afdoening van af- (af, beëindigen) en doening (handeling van doen). Het woord wordt vooral gebruikt in België en Nederland en is nauw verwant aan termen als afwikkeling, afhandeling, afrekening en betaling. Nauwkeurige betekenis kan per context verschillen; in incasso kan afdoening betekenen volledige betaling, terwijl in de rechtspraak ook de formele afsluiting van een zaak kan betekenen.

Zie ook: afwikkeling, afhandeling, afrekening, betaling. Voorbeelden: de afdoening van een vordering door betaling; de afdoening van een zaak door een vonnis en afsluiting van het dossier.