Home

ademhalings

Ademhalings, ook wel ademhaling genoemd, verwijst naar het proces waarbij organismen lucht opnemen en uitademen. Het omvat twee fasen: inspiratie (inademing) en expiratie (uitademing). Bij mensen vindt gaswisseling vooral plaats in de longen via de alveolen, kleine luchtzakjes waarin zuurstof wordt opgenomen en kooldioxide wordt afgevoerd.

Anatomie en mechanica: De ademhaling wordt aangedreven door spieren, waaronder het diafragma en de tussenribspieren. Tijdens

Regulatie en meting: De ademhaling wordt grotendeels onbewust geregeld door het ademcentrum in de hersenstam, met

Klinische relevantie: Veranderingen in ademhaling kunnen wijzen op aandoeningen zoals astma, COPD, longontsteking, longemble of slaapapneu.

inspiratie
trekt
het
diafragma
omlaag
en
vergroot
de
borstholte,
waardoor
lucht
de
longen
instroomt.
Tijdens
expiratie
ontspant
de
spierwerking
en
wordt
lucht
uit
de
longen
geperst.
Lucht
stroomt
via
de
luchtwegen
van
de
neus
of
mond
naar
keelholte,
strottenhoofd
en
luchtpijp
naar
de
longen.
input
van
chemische
sensoren
die
CO2,
zuurstof
en
pH
meten.
Bij
rust
ademt
een
volwassene
ongeveer
12
tot
20
maal
per
minuut,
variërend
met
leeftijd,
conditie
en
activiteit.
Klinisch
wordt
ademhaling
gemonitord
met
ademfrequentie
en
adempatronen;
ook
spirometrie,
pulseoximetrie
en
soms
bloedgasanalyse
worden
gebruikt
om
ventilatie
en
gasuitwisseling
te
beoordelen.
Symptomatologie
zoals
tachypneu
(snelle
ademhaling),
dyspneu
(moeite
met
ademhalen)
of
cyanose
vereist
medische
evaluatie.
Ademhalingscontrole
speelt
ook
een
belangrijke
rol
in
anesthesie,
intensieve
zorg
en
sportfysiologie.